Als organisatie kun je AI niet meer “uitzetten”. Medewerkers gebruiken het in teksten, analyses, planning, besluitvorming en klantcontact. De vraag is dus niet óf je er iets mee doet, maar hoe je er als bedrijf sturend en aantoonbaar zorgvuldig mee omgaat. Een intern AI-diploma is dan geen nice-to-have, maar een bedrijfsafspraak: dit is het niveau waarop mensen met AI mogen werken, zo leiden we ze op en zo maken we het zichtbaar op organisatieniveau.
Op deze pagina gaat het niet om losse trainingen, maar om de organisatiebrede inrichting:
scenario’s, governance, niveaus, koppeling met beleid en rapportages.
1. Twee scenario’s: alles tegelijk of stap voor stap?
Bedrijven kiezen grofweg uit twee routes om een intern AI-diploma neer te zetten.
Scenario 1: organisatiebreed in één keer
Je ontwerpt één raamwerk en rolt dat in korte tijd uit over het hele bedrijf. Kenmerken:
- één set AI-competenties die voor iedereen geldt, met verschillen per functiegroep;
- één centrale boodschap vanuit directie: “zo gaan wij als bedrijf met AI om”;
- een strakke planning per afdeling met een heldere einddatum;
- vaak gekozen als AI al overal wordt gebruikt of als audits/compliance druk geven.
Voordeel: snel duidelijkheid en uniformiteit.
Keerzijde: grote belasting op HR, L&D en lijn in een korte periode.
Scenario 2: gefaseerde uitrol per business unit of locatie
Je start daar waar de impact het grootst is. Bijvoorbeeld:
- units met veel klant- of cliëntcontact;
- afdelingen die beleid, rapportages of besluitvorming maken;
- teams die intensief met persoonsgegevens en vertrouwelijke data werken.
Je gebruikt deze eerste groep als proeftuin: model testen, toetsvormen aanscherpen, kinderziektes eruit. Daarna breid je stap voor stap uit naar de rest van het bedrijf.
Voordeel: je leert onderweg en kunt bijsturen.
Keerzijde: tijdelijk verschillende snelheden en niveaus in de organisatie.
In de praktijk zie je vaak een hybride aanpak:
een minimaal basisniveau voor iedereen, plus een gefaseerde, verdiepende uitrol voor hoog-risicoteams.
2. Governance: wie stuurt, wie borgt?
Een intern AI-diploma raakt meerdere disciplines. Zonder heldere governance wordt het een losse HR-actie. Met een goed ingerichte governance wordt het een vast onderdeel van je bedrijfsvoering.
Belangrijke rollen:
- Directie
- bepaalt ambitie: waarom een AI-diploma, welke risico’s willen we afdekken, welke kansen benutten we;
- koppelt het aan strategie, risico en auditvereisten;
- geeft mandaat én prioriteit.
- HR
- verwerkt AI-competenties in functieprofielen, HR-dossier en beoordelingscyclus;
- zorgt dat certificeringen geregistreerd en terugvindbaar zijn;
- bewaakt samenhang met instroom, ontwikkeling en doorgroei.
- L&D / Academy
- vertaalt het AI-competentiemodel naar leerpaden per rol;
- regelt aanbod: incompany, e-learning, toetsing, hercertificering;
- monitort deelname, slagingspercentages en follow-up.
- CISO / privacy / security
- bepaalt de veiligheids- en privacykaders voor AI-gebruik;
- helpt risicoklassen per functie te bepalen;
- kijkt mee naar toetsinhoud bij hoog-risicorollen.
- OR / medezeggenschap
- kijkt naar impact op werkdruk, eerlijkheid van eisen en communicatie;
- kan meedenken in de balans tussen verplichten en faciliteren.
- Lijnmanagement
- maakt het concreet in het team: wat betekent dit voor jullie werk;
- ruimt tijd in voor leren en certificeren;
- spreekt medewerkers aan op toepassing in de praktijk.
Zonder actieve rol van de lijn blijft het een papieren certificaat. Governance is dus niet alleen overleg, maar ook eigenaarschap in de operatie.
3. Niveaus per functiegroep of risicoklasse
Een valkuil: iedereen op “expert”-niveau willen krijgen. Dat is duur, onnodig en niet realistisch. Beter is werken met duidelijke niveaus per rol of risicoklasse.
Een praktisch model:
- Basisniveau
- voor de meeste medewerkers;
- kunnen AI veilig gebruiken voor standaardtaken: samenvatten, herschrijven, ideeën genereren;
- kennen de do’s en don’ts rond data, vertrouwelijkheid en bronnen.
- Gevorderd niveau
- voor functies met meer impact: teamleiders, beleidsmedewerkers, projectmanagers, professionals in zorg/onderwijs/financiën;
- kunnen AI verwerken in processen, dossiers en beslisondersteuning;
- kunnen risico’s herkennen, mitigeren en uitleggen aan anderen.
- Expert niveau
- voor een kleine groep specialisten en verantwoordelijken (data, AI, security, privacy, centrale AI-coördinatie);
- ontwerpen AI-workflows, stellen kaders op en adviseren directie;
- beoordelen complexe cases en nieuwe toepassingen.
Per functiegroep of risicoklasse leg je vast:
- welk niveau minimaal nodig is;
- binnen welke termijn medewerkers dat niveau moeten behalen;
- hoe je omgaat met nieuwe instroom (onboarding en inwerktraject).
Zo ontstaat een rol-matrix: functies × AI-niveau. Dat geeft helderheid richting medewerkers én richting auditors.
4. Koppeling met bestaand beleid
Een intern AI-diploma moet niet naast je beleid gaan zweven, maar erin haken. Denk aan:
- Informatiebeveiliging
- regels voor gebruik van openbare AI-tools versus interne, afgeschermde oplossingen;
- omgang met bedrijfsgevoelige en persoonsgebonden informatie in prompts.
- Privacybeleid
- afspraken over verwerking van persoonsgegevens, pseudonimisering, logging en bewaartermijnen;
- koppeling met verwerkersovereenkomsten en DPIA’s op AI-oplossingen.
- Gedragscode en integriteitsbeleid
- hoe je voorkomt dat AI wordt ingezet op een manier die discrimineert of misleidt;
- regels rond transparantie richting klanten, cliënten, leerlingen.
- AI-beleid en toolbeleid
- welke AI-tools zijn toegestaan, onder welke voorwaarden;
- wie beslist over nieuwe tools en toepassingen.
Het AI-diploma vertaalt deze beleidsdocumenten naar concreet gedrag: wat moet een medewerker weten en kunnen om binnen deze kaders te werken?
5. Rapportage op bedrijfsniveau: zicht op dekking en risico
Zodra certificering draait, wil je kunnen sturen op cijfers. Typische rapportages:
- percentage medewerkers per afdeling met geldig AI-diploma;
- verdeling basis/gevorderd/expert binnen kritieke processen;
- overzicht van afdelingen of locaties met achterstand;
- trends in tijd: verloop van certificeringsgraad per kwartaal;
- exports voor audits: per rol, per team, per periode.
Voor directie en risk/compliance ontstaat zo een helder beeld:
waar zitten we goed, waar zijn we kwetsbaar, waar is extra training of begeleiding nodig?
6. Van pilot naar standaard voor alle medewerkers
Tot slot: hoe maak je van een intern AI-diploma een bedrijfsstandaard in plaats van een eenmalig project?
Een werkbare route:
- Ontwerp op hoofdlijnen
- bepaal reikwijdte, niveaus en governance;
- leg het concept vast in een kort en duidelijk besluit op directieniveau.
- Pilot in een representatieve business unit
- kies een deel van de organisatie met voldoende omvang en risico;
- voer daar training + toets + registratie uit;
- verzamel feedback van medewerkers, leidinggevenden en auditors.
- Aanscherpen en formaliseren
- verbeter competenties, toetsing en communicatie;
- leg definitieve kaders vast in beleid en HR-documenten.
- Gefaseerde uitrol
- stel een uitrolplanning per business unit/locatie op;
- zorg per fase voor gerichte communicatie en ondersteuning;
- monitor voortgang en rapporteer naar directie en OR.
- Borging
- spreek hercertificering en updates af (bijvoorbeeld elke 2 jaar);
- koppel AI-diploma aan beoordelings- en ontwikkelgesprekken;
- houd het model actueel bij nieuwe wetgeving en AI-ontwikkelingen.
Zo wordt een intern AI-diploma een vast onderdeel van hoe je als bedrijf met AI omgaat: niet vrijblijvend, niet alleen voor enthousiastelingen, maar als onderdeel van professioneel, veilig en aantoonbaar verantwoord werken.